Goeie vibes uitstralen is heel belangrijk
Stijn Poosen, 28 jaar, is ICU-verpleegkundige. Twee maanden geleden kwam hij terug van zijn tweede project met AZG in Libanon. Wij stelden hem een paar vragen over zijn ervaringen.
Waar hoorde je over Artsen Zonder Grenzen als potentiële werkgever?
AZG is een organisatie waarover je veel positieve verhalen hoort. Dat was zeker één van de eerste redenen waardoor ik meer informatie ben gaan opzoeken over AZG. Wat voor mij de doorslag heeft gegeven, waren de positieve verhalen van een zeer goede vriend, die al verschillende projecten achter de rug heeft bij AZG.
Voordat ik startte met AZG had ik ook al een klein beetje werkervaring in het buitenland. Ik heb internationale stages gedaan en via mijn ziekenhuis ben ik ook voor een heel kort project naar D.R. Congo gegaan. Daarnaast heb ik de drie maanden opleiding tropische geneeskunde in het ITG in Antwerpen gevolgd.
Hoe ziet een typische dag eruit in het project in Libanon?
Dat is een grappige vraag… een typische dag bestaat niet! Je weet dat je elke dag geconfronteerd zal worden met hoogtepunten, problemen, uitdagingen…, maar wat de dag juist zal brengen, is altijd een verrassing. Dat is aangenaam, soms frustrerend, maar vooral…anders dan je gewoon bent en daarom leerrijk.
Waarin verschilt je ervaring bij Artsen Zonder Grenzen met je voorgaande werkervaring?
Hier in België heb ik mijn gewone werk. Dat is ook heel boeiend. Maar iedere dag is strikt georganiseerd. Ik weet wanneer ik ga lunchen, wanneer ik de patiënten verzorg... Ik heb – behalve tijdens COVID-19 - een matige werkdruk. Op het project met AZG zijn mijn dagen veel langer – bijna dubbel zo lang.
Ook belangrijk: op intensieve zorgen bij AZG heb je wel veel medisch materialen zoals beademingsmachines of infuuspompen, maar andere materialen, zoals arteriële katheters om de bloeddruk te volgen, zijn dan weer heel beperkt aanwezig. Op een intensieve dienst in België zou dat ondenkbaar zijn. Op project ga je dan samen met je lokale collega’s opzoek naar creatieve oplossingen. Je leert van je lokale collega’s, evenveel als zij van jou leren. Je staat samen aan het bed van de patiënt, met als doel de best mogelijke zorgen te geven door samen te werken.
Je leert van je lokale collega’s, evenveel als zij van jou leren.
Heb je ooit getwijfeld om op het terrein te gaan werken?
Het eerste project is altijd spannend. Je bent natuurlijk een beetje bang. Je stelt je veel vragen. Waar ga ik terecht komen? Gaan m’n collega’s meevallen? Met wie ga ik om in mijn vrije tijd? Zullen er ook leeftijdsgenoten zijn? Er is altijd wel wat stress aanwezig, maar deze uitdagingen maken het werk ook juist leuk.
Naar het terrein gaan kan ook tegenvallen. Mijn eerste project, een COVID-19-project in Brazilië, was niet zo’n positief verhaal. Allereerst was het natuurlijk het begin van de nieuwe, ongekende pandemie. Daarnaast ondervond ik problemen met de lokale taal, het Portugees. Omdat ik geen Portugees sprak was de samenwerking met de lokale collega’s vaak wat stroef. Bij terugkomst in België heb even getwijfeld om al dan niet terug naar het terrein te gaan. Maar ik ben opnieuw vertrokken en deze keer was het een succes! Het kan altijd tegenslaan, maar ik dacht: “take another try and go”…
Is er een patiënt of een speciaal voorval dat je je het best herinnert?
In ieder project is er wel een patiënt die je je zal blijven herinneren. In Brazilië weet ik het nog zeer goed: op onze ICU was er een koppel, de vrouw 80 en de man 85 jaar oud, beiden zwaar getroffen door COVID-19. Aangezien zij één van de enige patiënten waren die Engels konden spreken, kon ik makkelijker een persoonlijk verzorgingsproces bieden. Beide patiënten werden op twee verschillende ICU’s gelegd om elkaar niet te zien lijden. Om elke vorm van mogelijke stress en verdriet te verminderen. Ondanks hun toestand, vroegen ze ons dagelijks om hun liefdesboodschappen door te geven. Ze waren er beiden zeer erg aan toe, de boodschappen waren dus een manier om elkaar gerust te stellen en om de moed erin te blijven houden.
Er is altijd wel wat stress aanwezig, maar deze uitdagingen maken het werk ook juist leuk.
Wat is een van de belangrijkste kwaliteiten of vaardigheden om als verpleegkundige bij Artsen Zonder Grenzen te werken?
Wat volgens mij heel belangrijk is, is dat je positieve vibes hebt en die ook uitstraalt.
Heb je tips voor verpleegkundigen die graag op het terrein willen gaan werken?
Ik raad het iedereen aan. Hoewel het combineren van je privéleven met werken voor AZG niet altijd eenvoudig is. Je moet je er bewust van zijn dat dat soms moeilijkheden kan geven maar ik zie veel mensen bij wie het lukt – waaronder ikzelf. Enkele maanden tot een jaar op het terrein verblijven, betekent ook dat je in die periode je familie en vrienden niet ziet. Het is mogelijk om met hen contact te houden maar toch is het anders. Je mist dikwijls een feestdag, een verjaardag, een geboorte, een trouwfeest, …
Wat is het moeilijkste wanneer je terugkomt van een project op het terrein?
Als je van een project terugkomt is het wel elke keer wennen. Dagelijks in contact komen met problemen die je anders, thuis in België, enkel in de krant leest, raakt je wel persoonlijk hoor… Bij thuiskomst worden die problemen door anderen misschien als minder ernstig gezien, omdat België nu eenmaal een andere context is dan veel contexten op het terrein. Het blijft voor veel mensen de ver-van-mijn-bed-show, het is heel gemakkelijk om de ogen te sluiten en die problemen te vergeten. Maar zelf heb je daar vrienden en een leven achtergelaten, het raakt je anders.
Had je een motto op het terrein?
Hakuna Matata!
Weet je al waar je volgende keer naartoe gaat?
Nee, nog niet. Na thuiskomst heeft AZG mij wel al enkele projecten voorgesteld in Jemen, Afghanistan en Gaza. Ik ben nu twee maanden terug en heb aangegeven dat ik pas in september terug vrij ben om te vertrekken.