Vroedvrouw bij AZG: een avontuur
"Op het terrein kreeg ik te maken met situaties die ik nog nooit eerder was tegengekomen: misvormingen, foetusposities die moeilijk te bepalen waren zonder echografie, beslissingen over keizersneden … "
Sophie Desbenoit is sinds 2016 vroedvrouw bij Artsen Zonder Grenzen en heeft al 5 missies achter de rug. Wij stelden haar een paar vragen over hoe zij haar beroep ervaart in humanitaire omstandigheden.
Wat vind je leuk aan je werk als verloskundige?
Mijn job als vroedvrouw is een fascinerende combinatie van menselijke, relationele en technische aspecten. Een vroedvrouw staat in voor de opvolging van vrouwen op de meest uiteenlopende vlakken. Ik heb een grote belangstelling voor verloskundige noodgevallen, maar ook voor gezinsplanning (anticonceptie), zwangerschapscontrole, abortussen enz. Het feit dat ik op al deze gebieden actief kan zijn en nieuwe culturen kan ontdekken is voor mij een ware buitenkans.
Hoe is werken als vroedvrouw op het terrein anders dan in België?
Tijdens mijn allereerste missie was ik verantwoordelijk voor het post-partumgedeelte van de enorme kraamkliniek van AZG in Afghanistan, waar 2.000 vrouwen per maand bevallen. In het ziekenhuis in België waar ik werkte, begeleidden we 500 bevallingen per jaar! In ons land beschikken we over geavanceerde diagnostische apparatuur zoals een monitor, een volledig bloedonderzoek, bacteriologische analyses, röntgenfoto’s enz. De artsen zijn nooit ver weg en de vroedvrouwen nemen geen volledig autonome beslissingen. Op het terrein kreeg ik te maken met situaties die ik nog nooit eerder was tegengekomen: misvormingen, foetusposities die moeilijk te bepalen waren zonder echografie, beslissingen over keizersneden … Ik had de indruk dat ik niet over de vereiste vaardigheden beschikte. In feite leerde ik zo een volledig nieuw beroep aan.
In elk land hebben gezondheidswerkers een andere opleiding en ik heb veel geleerd van mijn nationale collega’s. Zij hadden misschien niet mijn 4-jarige theoretische opleiding genoten, maar zij hadden veel praktische vaardigheden: zij wisten hoe ze een baarmoederrevisie of een baarmoederhalshechting snel moesten aanpakken, terwijl wij thuis om medische versterking vragen van een arts of anesthesist. Vóór AZG had ik nog nooit een slachtoffer van seksueel geweld verzorgd, een abortus uitgevoerd of een implantaat ingebracht. Dit zijn dingen die ik op het terrein heb geleerd.
Welke gevallen en pathologieën kom je zoal tegen op het terrein?
Er zijn typische pathologieën, zoals pre-eclampsie en eclampsie, die tijdens mijn studies wel aan bod kwamen, maar waar ik in de praktijk zelden mee te maken had gekregen. In Afghanistan komt zoiets daarentegen dagelijks voor. AZG heeft duidelijke protocollen en het lokale team is dit soort situaties gewend, en zo heb ik ook geleerd hoe dit aan te pakken. Een andere courante aandoening op het terrein is post-partumbloeding. Sommige patiënten hebben negen tot tien kinderen en het risico op een bloeding is er veel hoger. Dan zijn er nog de neonatale gevallen. Vaak worden patiënten niet gevolgd tijdens hun zwangerschap, en veel misvormingen worden pas vastgesteld bij de geboorte. In België worden dergelijke gevallen veel vroeger gediagnosticeerd.
"Op het terrein kreeg ik te maken met situaties die ik nog nooit eerder was tegengekomen: misvormingen, foetusposities die moeilijk te bepalen waren zonder echografie, beslissingen over keizersneden … "
Wat heb je geleerd van je nationale collega’s?
Bij een eerste missie leer je meer dan je zelf doorgeeft.
Ik wist niets af van bevallingen in stuitligging. We leerden er wel over tijdens onze studies, maar in het ziekenhuis in België werd dit door de dokter gedaan. Als mijn collega’s een stuitligging hadden, belden ze me om het samen met hen te doen en zo te leren. Het was geven en nemen. Al mijn missies hebben mij veel bijgebracht. Tijdens mijn laatste opdracht in Zuid-Soedan werd ik door mijn collega’s opgeroepen wanneer ze een geval van vrouwelijke genitale verminking hadden, zodat ik kon leren hoe ik met dergelijke situaties moest omgaan. Het was toen nochtans al mijn vijfde missie. Als je eenmaal het vertrouwen van het nationale team gewonnen hebt, kan je kennis en praktijkervaring in beide richtingen delen.
Zo hadden wij in Afghanistan anticonceptie-implantaten gekregen. Ik had nog nooit een implantaat ingebracht en geen van de vroedvrouwen die ik begeleidde had enige ervaring op dit gebied. De gynaecoloog heeft ons eerst opgeleid en daarna waren wij verantwoordelijk voor de opleiding van al het personeel. Uiteindelijk plaatsten we 150 implantaten per maand!
Wat waren de meest ingewikkelde situaties op het terrein om mee om te gaan?
Voor mij waren de culturele verschillen vaak een van de meest complexe aspecten.
Tijdens een van mijn missies had ik een patiënte in de MIC-afdeling (Maternal Intensive Care) wiens vagina gehecht was na geslachtsgemeenschap. Toen ik mijn collega’s om een diagnose vroeg was het antwoord: "Wittebroodsweken." Ik vroeg me af hoe ik met deze schokkende situatie moest omgaan terwijl ik toch professioneel bleef en de cultuur bleef respecteren en probeerde te begrijpen. Voor mij was het interessant om dit met het team te bespreken, om zo de patiënte te helpen en empathie te tonen in een context waar niet-consensuele relaties binnen het huwelijk gebruikelijk zijn. Soms was er een gevoel van gêne over deze situaties, en mijn rol bestond erin een manier te vinden om het team bewust te maken van geweld tegen vrouwen.
Er was ook een vrouw op de kraamafdeling met een verzakking van de navelstreng, wat een gevaar betekende voor de baby die nog leefde, maar niet voor de moeder. We zeiden dat de baby het risico liep te sterven en gaven haar de keuze om al dan niet een keizersnede in het operatiekwartier te laten uitvoeren. Zij zei ons dat ze de volgende dag op het veld moest werken en dat ze met een keizersnede drie dagen in het ziekenhuis zou worden opgenomen. Dus weigerde ze de keizersnede en wilde ze dat wij een gewone bevalling zouden proberen. Zo’n situatie doet zich in België niet voor. Uiteindelijk heeft de baby het overleefd, maar het was erg stresserend.
Over welke kwaliteiten moet je beschikken om als verloskundige bij AZG aan de slag te gaan?
In de eerste plaats moet je in staat zijn je aan elke situatie aan te passen en moet je over veel zelfbeheersing beschikken. Om de situaties die je op het terrein tegenkomt het hoofd te bieden, moet je geduld hebben, meelevend zijn en een band scheppen met het team en de patiënten. Ondanks de verschillen in opleiding en normen, moet je openstaan voor deze verschillen en niet bang zijn om ze te bespreken.
Wat neem je mee op missie?
Mijn mediaspeler voor muziek en gezelschapspelletjes om ‘s avonds mijn hoofd leeg te maken en natuurlijk mijn thermoskan voor koffie, voor een stevige boost.
Over welke geneesmiddelen en apparatuur beschik je als vroedvrouw?
Dat is een standaardpakket voor de meeste missies. Er is geen monitor en we werken dus met dopplers en de stethoscoop van Pinard. Er is niet altijd apparatuur voor een echografie, maar we hebben alle essentiële geneesmiddelen die nodig zijn voor de behandeling van patiënten. Er is oxytocine, misoprostol, magnesiumsulfaat, vloeistoffen, ijzer, antibiotica enz. De protocollen van AZG zijn gebaseerd op de protocollen van de Wereldgezondheidsorganisatie. In sommige situaties waarin ik niet precies wist wat ik moest doen, was dit steeds een hele geruststelling. Ik kon het gewoon opzoeken en mijn praktijk op deze protocollen baseren.
"Bij een eerste missie leer je meer dan je zelf doorgeeft."
Wat motiveert je om terug te vertrekken?
De band die je deelt met de plaatselijke bevolking is heel sterk. Ik heb vijf missies als vroedvrouw gedaan en ik hou van het gevoel een positieve impact te hebben. AZG komt in gebieden waar niemand anders komt, vaak zijn dat oorlogsgebieden. Ik hou van de variatie in het werk en de combinatie van management en klinisch werk.
Ik hou van de sfeer en het samenleven met andere expats in de compound van AZG. Dit alles motiveert me om te vertrekken.
De gezondheid van vrouwen en de reproductieve gezondheid zijn grote problemen in de wereld. Onze patiënten zijn vaak vrouwen die het slachtoffer zijn van situaties zoals een oorlog of een natuurramp. Het is ongelooflijk om iets te kunnen doen en je nuttig te voelen.
Wat zou je zeggen tegen een verloskundige die twijfelt om te solliciteren bij AZG?
Op het terrein werd ik geconfronteerd met veel dingen die ik nooit eerder had gedaan. Er was echter altijd wel iemand die me een handje hielp: de nationale en internationale teams, de referentiepersonen op de hoofdzetel enz. Vertrouw op je vaardigheden, want met goede wil en bescheidenheid kan je alles leren.
Laat je niet afschrikken door de managementaspecten. Ik kreeg al snel posities als supervisor of manager, die ik ook zonder eerdere ervaring toch onder de knie kreeg in het veld. Maar in al mijn missies bewaarde ik een evenwicht tussen management en het klinisch werk.
Aarzel niet om te solliciteren. Het is een fantastische ervaring. Je kan veel bijleren over je eigen job en je vaardigheden verrijken. Voor AZG heeft een vroedvrouw veel waarde en krijgt ze een autonomie die ik erg waardeer.