Centraal-Afrikaanse Republiek
Duizenden mensen zijn gedood of gewond geraakt en miljoenen mensen raakten ontheemd tijdens jaren van bloedig - maar grotendeels verwaarloosd - conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Sinds de burgeroorlog van 2013 wordt de Centraal-Afrikaanse Republiek gekenmerkt door cycli van intensief geweld. Door een verkiezingsproces escaleerden begin 2021 escaleerden de gevechten tussen de regering en gewapende groepen die niet tot de staat behoren.
Artsen Zonder Grenzen ziet de directe gevolgen van geweld op de gezondheid van individuen en hele gemeenschappen. Er is een ernstig gebrek aan toegang tot gezondheidszorg; opgeleide gezondheidswerkers zijn schaars, gezondheidsdiensten beschikken over weinig middelen en zijn vaak het doelwit van het conflict; en patiënten moeten honderden kilometers over gevaarlijke wegen afleggen om medische structuren te bereiken.
In de Centraal-Afrikaanse Republiek richten we ons op de behandeling van slachtoffers en overlevenden van seksueel geweld, op seksuele en reproductieve gezondheidszorg, waaronder gezondheidszorg voor moeders, en op de behandeling van mensen met hiv.
In 2022:
- 937.200 poliklinische raadplegingen
- 8.960 chirurgische ingrepen
- 8.740 mensen in eerstelijns ARV-behandeling onder AZG-zorg
- 6.220 mensen behandeld voor seksueel geweld
AZG in Centraal-Afrikaanse Republiek in 2022
Ondanks de aanhoudende onveiligheid blijft Artsen Zonder Grenzen (AZG) programma's uitvoeren die gericht zijn op de gezondheid van moeder en kind en blijven we reageren op conflicten, ontheemding en uitbraken van ziekten in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR).
Hoewel het conflict in 2022 afnam in de grote steden die door de regering en buitenlandse geallieerde troepen werden gecontroleerd, bleef het heel onveilig op het platteland waar gewapende oppositiegroepen actief waren. Tegen het einde van het jaar waren volgens de VN bijna één miljoen mensen ontheemd in Centraal-Afrikaanse Republiek of vluchteling uit buurlanden.
Het geweld bleef het leven van mensen beïnvloeden en beperkte de levering van humanitaire hulp. AZG-teams waren het slachtoffer van verschillende incidenten, waaronder een aanval op een konvooi voertuigen aan de rand van Kabo in januari, waardoor we het project dat we daar al 16 jaar coördineerden, moesten sluiten.
We zijn doorgegaan met 12 basis- en specialistische gezondheidszorgprojecten in het hele land, gericht op gezondheidszorg voor moeder en kind, chirurgie, seksueel geweld en behandeling van hiv en tuberculose. We implementeren waar mogelijk een gedecentraliseerd zorgmodel, waardoor we diensten dichter bij de patiënten kunnen leveren.
We hebben ook gereageerd op uitbraken van ziekten als gevolg van een lage vaccinatiegraad, zoals kinkhoest in Baoro, en zijn een vaccinatiecampagne gestart in Kembé om bescherming te bieden tegen te voorkomen ziekten, waaronder mazelen, polio, gele koorts en meningitis.
In Ippy hielpen we duizenden mensen die door de gevechten ontheemd waren en verleende we ze medische zorg en vaccinaties met meerdere antigenen , instaleerden we water- en sanitaire voorzieningen en distribueerden we hulpgoederen.
Malaria bleef de belangrijkste reden voor bezoeken aan onze gezondheidszorg en de belangrijkste doodsoorzaak onder kinderen jonger dan vijf jaar.
In lijn met de zorg die sinds 2014 worden geleverd om het aantal moeder- en kindersterfgevallen in de Centraal-Afrikaanse hoofdstad Bangui te verminderen, heeft AZG de bouw van nieuwe kraam- en neonatale afdelingen in een ziekenhuis voltooid en begonnen we met spoedeisende verloskundige en neonatale zorg te bieden.